Wat is Stevia

Stevia is een superzoet plantje. Van het geslacht Stevia zijn tegenwoordig ongeveer 280 verschillende soorten bekend, die voornamelijk in Zuid-Amerika groeien. De zoete variant kreeg de wetenschappelijke naam Stevia rebaudiana Bertoni.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Stevia, vernoemt de Spanjaard Pedro Jaime Esteve (circa 1500-1556), die zich in de geest van zijn tijd Petri Iacobi Stevii noemde. Stevii was een beroemd arts, botanist en professor in de plantkunde aan de Universiteit van het Spaanse Valencia. Het tweede deel, rebaudiana, eert dokter Ovidio Rebaudi (1860-1931), een Paraguayaanse schrijver en chemicus, die er als eerste in slaagde de zoete bestanddelen uit het plantje te destilleren. Hij isoleerde twee soorten stoffen: de ene bleek enorm zoet en de andere bleek bitter. Hoewel hij op dat moment niet in staat was om de stofjes chemisch te ontleden, geloofde Rebaudi wel dat ze wel positieve effecten moest hebben op de maag en op spijsverteringsproblemen. De Italiaanse plantkundige, meteoroloog en antropolog Moisés Santiago de Bertoni (1857– 1929) verzon de wetenschappelijke naam voor stevia en was daar zo trots op dat hij zijn eigen naam verbond aan deze zoete ondersoort van de steviaplant: Bertoni.

Stevia is een kleine struikachtige plant, die van oorsprong groeit in sub-tropische gebieden aan de oevers van moerassen, maar ook in grassige gebieden tot een hoogte van zo’n 700 meter. In tropische regio’s kan zelfs een hoogte van 1500 meter bereikt worden. De zoete variant van stevia treffen we aan in een zeer beperkt gebied in het noordoostelijke deel van Paraguay en wat aangrenzende delen van het buurland Brazilië.

De folklore zegt dat de inheemse bevolking al langer dan 1500 jaar de voordelen van stevia kent. Sinds het moment dat men de zoetheid van de stevia ontdekt had, maakte men ook dankbaar gebruik van het plantje. De inheemse Indianenstam, de Guarani, die ruwweg dezelfde gebieden bewoont als die waar de stevia uitbundig groeit, waren rond 1500 na Christus dan ook zeer bekend met de zoete en medicinale voordelen van de stevia, De stammen noemden het steviakruid ka'a h'e wat zoiets betekent als ‘zoet kruid’.

De Guarani gebruikten het plantje in medicinale theeën om de klachten van brandend maagzuur en diarree te verminderen. Een paar bladeren in heet water zou een opspelende maag al binnen enkele minuten tot rust kunnen brengen.

Men gebruikte de stevia echter voornamelijk als zoetmaker voor de wat bitter smakende maté. Die maté is een Zuid-Amerikaanse variant van de Zuid-Afrikaanse rooibos ‘thee’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten